De keer dat ik mijn telefoon kwijt was
Tegenwoordig doe ik elke keer als ik wegga mijn telefoon in mijn tas. Dat heeft Alex de laatste keer goed eh duidelijk gemaakt. Heel bewust berg ik hem dan op, want als ik dat gedachteloos doe ben ik hem voor mijn gevoel ook nog tien keer kwijt.
Kort geleden ging dat weer helemaal mis in de stad. In de gang, voor we weggaan, doe ik mijn telefoon in mijn tas. Tot zover niks aan de hand. Alex vraagt iets en dat wilde ik meteen even opzoeken op internet.
Net als ik mijn telefoon weer in mijn tas wil doen appt mijn moeder dus ik doe hem niet in mijn tas. Vervolgens krijg ik het parkeerkaartje van Alex aangereikt en daar gaat het dus mis. Mijn telefoon berg ik niet bewust op, want mijn aandacht gaat naar dat parkeerkaartje wat niet in mijn zak mag verdwijnen. De sfeer is goed. We lachen, kletsen en het is gewoonweg heel gezellig.
We staan in een zaak waar we schoenen vinden voor de kinderen. Het is een heel klein zaakje, vrij druk ook. Alex gaat vast naar buiten terwijl ik in de rij sta. Het duurt nog even voor ik aan de beurt ben. Ik vraag me af of mijn moeder nog terug geappt heeft en ik zoek in mijn tas naar mijn telefoon. Hoe ik ook zoek, in mijn tas zit hij niet. Het zweet breekt me uit. Zou ik hem toch in mijn zak hebben gestopt en dat ik hem verloren ben? Het lijkt eeuwen te duren voor ik aan de beurt ben. Ik stel me voor wat Alex zegt als ik het straks vertel. Eindelijk kan ik afrekenen. Met tegenzin loop ik naar Alex. ‘Ik ben mijn telefoon kwijt.’
Alex belt mijn nummer, maar er wordt niet opgenomen. Hij gaat ook gewoon over dus ik ga er niet van uit dat hij gestolen is. Trouwens, ik heb een heel eenvoudige smartphone en ik denk niet dat een zakkenroller blij zou worden van dat ding. Ik krijg de autosleutel van Alex en ik vlieg terug naar de parkeergarage. Nooit eerder ben ik zo snel van de ene kant naar de andere kant van het centrum gelopen. Mijn hart gaat tekeer en ik hoop vurig dat hij gewoon in de auto ligt. Het laatste stukje ren ik.
Het maakt mij nu echt geen moer uit wat andere mensen zullen denken. Als ik bij de auto sta zie ik mijn telefoon op de bijrijderstoel liggen. Het scherm licht op, want Alex blijft ondertussen bellen. Ik neem opgelucht op. ‘Ik heb hem.’ Zeg ik toch wat zenuwachtig. Ik hoor dat hij heel erg zijn best doet om de irritatie in zijn stem te verbergen.
Met flinke tegenzin loop ik terug naar hem. Ik baal er enorm van dat ik het presteer om toch weer mijn telefoon kwijt te zijn. Zijn grijns zegt genoeg. Hij geeft me vier hele harde tikken op mijn broek. We staan voor een restaurant. Het is lunchtijd en het restaurant zit stampvol. Ik kan niet geloven dat hij dat daadwerkelijk doet. ‘De rest krijg je thuis.’ Zegt hij luid en duidelijk. Ik voel me rood worden en ik schaam me dood. Het liefst verdwijn ik ter plekke in de grond. Met flinke passen loop ik door. Weg bij dat restaurant. Alex heeft de grootste lol. Ondertussen blijft hij herhalen dat ik mijn telefoon moet opbergen en hij wrijft er maar al te graag in hoe vaak hij me al wel niet gewaarschuwd heeft.
Ik heb echt een flink pak slaag gehad. Oef ik voel het bijna weer als ik eraan denk. Nu zit mijn telefoon meestal in mijn tas. Heel soms vergeet ik het, maar ik denk er altijd vrij snel aan. Dan doe ik hem snel in mijn tas. Als Alex het gezien heeft lacht hij heel gemeen. Ik denk dat als het nog eens gebeurt ik minstens een week ongemakkelijk zit. Toch zal ik het niet anders willen.
2 reacties
januari 3, 2023 om 2:30 pm
Cas zegt:Als ik Alex was, had ik je uitgekleed, een flink pak slaag gegeven en een half uur naakt in de hoek gezet. Vet kans dat je daarna wel heeeeel goed op je telefoon past! Zachte heelmeesters maken stinkende wonden..
Cas
Link naar deze reactie
januari 7, 2023 om 3:34 pm
Charlie zegt:Beste Cas,
Bedankt voor je getoonde interesse in mijn blog. Het is maar goed dat we niet allemaal hetzelfde in het leven staan.
Alex heeft precies gedaan wat voor ons goed voelt en daar ben ik blij om.
Groeten,
Charlie
Charlie
Link naar deze reactie