22 november 2023
Zekerheid bestaat niet – deel 8
Lieke weet niet hoe ze de dag overleefd heeft. Het is haar gelukt om Tjeerd grotendeels te ontwijken. Twee keer heeft ze hem gezien, maar toen is ze snel weer haar spreekkamer ingedoken. Waarom maakt ze het zichzelf zo moeilijk? Het liefst belt ze hem op om te zeggen dat ze zich vergist heeft en dat ze bij hem wil zijn, maar dat doet ze niet. Zou hij haar gebeld hebben? Ze weet het niet, want ze heeft haar telefoon uitgezet. Op het aanrecht staat een pizza die ze na twee stukken opgegeten te hebben heeft laten staan. Ze hoort gerommel op de gang. Haar nekharen gaan overeind staan. Met kloppend hart wacht ze af. In slowmotion ziet ze de deurklink naar beneden gaan. De deur vliegt open. ‘Jemig mam, je liet me schrikken!’
De vrouw houdt zich vast aan de deurpost. ‘Ik liet jou schrikken? Ik dacht je hier levenloos aan te treffen. Je telefoon staat uit en alles zit hier potdicht!’ Ze wijst naar de gesloten gordijnen. Onverschillig haalt ze haar schouders op. ‘Oh.’
‘Oh? Ik moet van je zus horen dat jullie eindelijk weer contact hebben. Dat ik dat nog bij leven mag meemaken, maar dat terzijde. En ik moet nota bene van haar horen dat je een relatie hebt.’
Lieke wijst naar de bank. ‘Ga zitten. Wil je wat drinken?’
Haar moeder neemt plaats. ‘Nee ik hoef niks.’
Lieke komt naast haar zitten en begint dan onbedaarlijk te huilen. ‘Waarom ben ik zo? Ik heb de relatie verbroken.’
‘Wacht even. Toch maar wat drinken.’
Een beetje houterig staat haar moeder of en schuifelt naar de keuken. Lieke hoort de waterkoker en het gerinkel van kopjes. Even later zet haar moeder twee koppen thee en twee café noir koekjes op de salontafel. ‘Iets fatsoenlijkers heb je niet in huis.’
Verbaasd kijkt Lieke naar haar moeder. Zoiets heeft ze nog nooit met haar moeder gedaan. Hun band is eerder afstandelijk dan warm te noemen. Er verschijnt een zachte glimlach bij haar moeder op haar gezicht. ‘Vertel Liek, wat is het probleem?’
Luidruchtig haalt Lieke haar neus op. ‘Ik ben gewoon anders. Ik weet niet of ik wel kinderen wil, ik wil niet elk weekend bij familie op de bank zitten, ik wil niet vijf, zes keer per maand op kinderverjaardag, ik wil gewoon een zorgzame, sterke man. Ik wil gewoon zekerheid. Ik wil alleen maar iemand waarvan ik weet dat het voor altijd is.’
Troostend wordt er over haar rug gewreven. ‘Meisje toch. Er zijn maar een paar dingen zeker in het leven. Je zal ooit sterven en zekerheid bestaat niet. Je kan nog zo van elkaar houden, maar dan heeft het leven weer iets raars in petto. Geniet van het moment. Als je om die man, wiens naam ik niet eens weet, geeft en het fijn hebt met hem geniet daar dan van. Als hij heel stellig is over een kinderwens en jij niet dan moet je er of samen uitkomen of elkaar loslaten. Als hij wel naar kinderverjaardagen en familieaangelegenheden wil dan gaat hij toch alleen als jij niet wil.’
‘Ik loop overal voor weg en ik maak alles kapot.’
Haar moeder houdt haar stevig vast. ‘Je bent een fantastische vrouw en ik ben trots op je. Je maakt niks kapot, alleen je zou wat minder kunnen weglopen.’
‘Tjeerd heet hij.’
Haar moeder knikt. ‘Ik kijk er naar uit om Tjeerd te ontmoeten. Hij is welkom bij pa zijn feest.’
Lieke leunt tegen haar moeder aan. Was het allemaal maar zo simpel.
Het lukt Lieke om Tjeerd te ontlopen tot donderdag. Het lukt haar niet om zich er toe te zetten met hem te praten. Ze denkt dat ze de enige is die nog aanwezig is op de verdieping. Vandaag is ze expres langer gebleven, zodat ze niet zo schichtig hoeft te verdwijnen. De vrijdag heeft ze vrijgeroosterd om even bij te komen. Er wordt op haar deur geklopt. Haar hartslag schiet omhoog. Dus toch niet alleen. Als ze de bekende krullen van Tjeerd om de hoek ziet verschijnen krimpt ze ineen. Haar gevoelens voor hem kan ze niet uitschakelen. In zijn hand heeft hij twee bakjes. ‘Udon of rijstnoedels?’
Verbouwereerd staart ze hem aan. ‘Eh wat eh wat kom je doen?’
Tjeerd zet de bakjes op haar bureau. Hij legt stokjes neer en kijkt haar dan aandachtig aan. ‘Ik heb ook nog vruchtensapjes besteld. Dat leek me geschikter dan wijn.’
Lieke schuift haar spullen een beetje aan de kant. Tjeerd opent de bakjes en gaat dan zitten. ‘Je hebt me nooit gevraagd of ik ook zo over het leven denk als hoe jij dat doet. Je hebt conclusies getrokken die helemaal niet juist zijn. Het is duidelijk dat je bang bent om je te binden.’
Lieke neemt een hap, zodat ze niks terug hoeft te zeggen. Het is heerlijk om weer eens iets fatsoenlijks te eten. Tjeerd blijft haar onophoudelijk aankijken. ‘Lieke, je moet echt meer praten. Ik wil niets liever dan een relatie met jou. Als je tien keer wegloopt wil ik je met alle liefde elf keer terughalen, maar alleen als je ook met mij wil zijn.’
Van schrik verslikt ze zich. Ze belandt in een hoestbui. Het zweet breekt haar uit. Al het bloed stroomt naar haar wangen. Snel neemt ze een slok. Het hoesten wordt minder. Tjeerd kijkt geamuseerd toe. ‘Wil je zo graag me het antwoord verschuldigd blijven?’
Lieke zucht en kijkt hem met betraande ogen aan. ‘Ik ben een sukkel.’
Er verschijnt een grote glimlach op Tjeerds gezicht. ‘Niks wat een pak slaag niet verhelpen kan.’
Nog net weet ze een nieuwe hoestbui te vermijden. Om wat tijd te winnen neemt ze een nieuwe hap. Tjeerd doet hetzelfde zonder het oogcontact te verbreken. ‘Ik eh, ik weet gewoon niet of ik nog kinderen wil en of ik zo vaak naar familie wil en ik ben gesteld op mijn huis en op mijn vrijheid. Terwijl ik wel wil dat je die vrijheid beïnvloed en voorziet van regels en afspraken.’
‘Lieke, ik weet ook niet of ik nog kinderen wil. Ik verwacht niet dat je meegaat naar wie dan ook als je daar geen zin in hebt. Een relatie is geven en nemen. Als jij niet mee wil prima, maar ik moet dan wel kunnen gaan. Net als jij je dingen moet doen waar je blij van wordt.’
Hij laat een korte stilte vallen. ‘Die regels en afspraken komen er wel Lieke Draaisma. Laten we beginnen met dat je niet meer wegloopt als je wat dwars zit en dat je je telefoon niet gebruikt tijdens het rijden.’
Er komt een bekende kriebel op in haar buik. Hoe heeft ze zo stom kunnen zijn om deze man te laten lopen? Langzaam buigt ze zich voorover. Zijn lippen ontmoeten die van haar.
Voorzichtig maakt ze zich los. ‘Ga je of nou ja, wil je mee naar het verjaardagsfeest van mijn vader? Het hoeft niet hoor als je niet wil. Mijn familie is nogal eh opdringerig en gericht op status en mijn moeder…’
Tjeerd legt zijn vinger op haar lippen. ‘Graag. Ik ga graag mee met je. Lijkt me heerlijk zo’n schoonfamilie.’ Hij voorziet zijn lach van een knipoog. Er verschijnt een kleur op haar wangen. ‘Je weet niet eens wanneer het is.’
‘Geen probleem ik kan toch wel. Ik laat de kans om jouw familie te ontmoeten niet aan me voorbij gaan.’
Lieke lacht. ‘Het is dus overmorgen.’
Tjeerd knikt. ‘Kom je dan morgen na het werk met me mee? Dan blijf je bij mij slapen en dan brengen we het weekend samen door.’
Van binnen wordt ze helemaal warm. ‘Morgen ben ik vrij, maar ik kan naar jou toe komen als je thuis bent.’
Tjeerd strijkt over haar wang. ‘Gezellig. Mijn laatste afspraak is om half drie. Dan moet ik nog even afsluiten. Vijf uur bij mij?’
Lieke knikt. Beter dan dit wordt het niet.
Het is al weer even geleden dat Lieke een dag vrij gehad heeft buiten het weekend om. Het is fijn om even rustig aan te kunnen doen in de ochtend. Het eten met Anne schiet er de laatste tijd bij in dus vandaag heeft ze afgesproken om samen met Anne te lunchen. Voor die tijd lummelt ze wat in huis. Heerlijk om even geen verplichtingen te hebben. Na de lunch kan ze misschien nog even naar het centrum om een cadeau voor haar vader te kopen en nog wat langs de winkels te slenteren. Ze pakt vast een tas in om naar Tjeerd mee te nemen. Dan kan ze in één keer door als het laat wordt. Ze kent zichzelf. Als ze eenmaal begint met winkelen is er geen houden meer aan.
Het is nog te vroeg voor haar afspraak met Anne. Lieke besluit vast een leuk babypakje uit te zoeken voor Anne. De laatste dagen heeft ze online ook al gezocht naar leuke spulletjes. Voor een ander vindt ze het heerlijk om te baby shoppen, maar zelf heeft ze die drang niet. In een klein winkeltje vindt ze een schattig licht grijs pakje. Ze laat het leuk inpakken. De verkoopster maakt een praatje met haar. ‘Bedankt voor het inpakken. Ik kom zeker nog eens terug.’
Enthousiast verlaat ze de winkel. Op naar hun vaste lunchplekje. Anne komt tegelijkertijd aanlopen vanaf de andere kant. Lieke zwaait enthousiast. ‘Nou ik hoef niet te vragen hoe het gaat. Tjeerd was zo vrolijk vanmorgen en jij straalt ook dus dat kan maar een ding betekenen.’
Lieke haakt haar arm in die van Anne. ‘Kom ik heb honger.’
Anne gaat zitten en zucht diep. ‘Ik ben aan het einde van die zwangerschap dertig kilo zwaarder denk ik. Ik heb de hele dag honger.’
Lieke duwt het cadeautje zowat in haar neus. ‘Alsjeblieft mama.’
Anne trekt haar wenkbrauw op. ‘Toe even dat is niet nodig.’
‘Ha! De westerling begint noordelijker te klinken. Die zwangerschap doet je goed.’
Anne lacht hoofdschuddend. ‘Oh! Wat lief! Dank je wel. Dit is zo zoet.’ Anne krijgt er een kleur van als ze over het zachte stofje strijkt. ‘Dit had ik niet achter je gezocht.’
‘Wacht maar ik ga jou en die kleine helemaal stuk verwennen.’
Anne knippert met haar ogen. ‘Sorry hoor die hormonen. Ik moet echt om alles huilen.’
Lieke lacht. ‘Jij liever dan ik.’
De tijd vliegt. Lieke schrikt als ze op haar telefoon kijkt. Als het meezit is ze precies op tijd bij Tjeerd. Natuurlijk zit het niet mee. Elke verkeerslicht schiet op rood. Het is druk en het schiet allemaal niet op. Er komen meerdere berichtjes binnen op haar telefoon. Even aarzelt ze. Tjeerd komt er toch niet achter.
Snel grist ze haar telefoon van de houder en opent haar berichten. Ze reageert op elk bericht. Af en toe slingert ze wat en ze moet plots remmen, omdat ze niet in de gaten heeft dat het verkeerd langzamer gaat rijden. Voor ze de straat in rijdt legt ze haar telefoon weg. Als ze in de achteruitkijkspiegel kijkt schrikt ze. Een politieauto volgt haar en het stopbord brandt. Ze parkeert bij Tjeerd voor de deur en stapt uit. Tjeerd komt ook naar buiten. Twee agenten stappen op haar af. ‘Goedemiddag mevrouw. We zitten al een tijdje achter u.’
Verschikt slikt ze. ‘Het viel ons op dat u het drukker had met uw telefoon dan met het verkeer.’
Snel kijkt ze naar Tjeerd. Zijn ogen schieten vuur. Hij slaat zijn armen over elkaar. ‘Is dat zo?’
Lieke kijkt wisselend van de agenten en naar Tjeerd. Moeizaam slikt ze. ‘Eh ja daar heeft u gelijk in.’
Ga naar alle delen
Binnenkort hoofdstuk 9