Zekerheid bestaat niet – deel 2

zekerheid bestaat niet-2

Voor het eerst sinds lange tijd is Lieke eerder aanwezig dan Anne. Het hele weekend heeft ze in bed doorgebracht. Op een vlug uitstapje naar de supermarkt na dan. Zondagavond heeft ze besloten zich volledig te richten op haar carrière. Geen man, geen relatie, geen dates meer. Als Anne even later bezorgd haar hoofd om het hoekje steekt reageert ze met een korte ‘morgen’ en typt driftig verder. Direct is Anne weer weg. Niet voor lang. Kort daarna komt ze terug met een kop thee en kop koffie en twee stukken taart.

‘Dus je date was niks?’

Uitgehongerd valt ze aan. Wat heerlijk die zoetigheid en wat slecht. Met volle mond begint ze te praten. ‘Ik zag een knappe man aan voor mijn date, maar dat bleek mijn date niet te zijn. Toen kwam mijn date binnen en alles was mis. Voornamelijk de bruine corduroy broek. Dat is wel ongeveer de korte samenvatting.’

Met veel pijn en moeite weet Anne haar lach in te houden. ‘Waarom heb je die andere man niet gewoon zijn nummer gevraagd?’

Lieke gooit haar handen wanhopig in de lucht. ‘Oh joh ik dacht dat je iemand anders was, maar jij voldoet aan het beeld van mijn ideale man. Mag ik je nummer?’

Anne ligt in een deuk. ‘Waarom niet? Beter dan makelaar in bruine, ouderwetse broek.’

Met de rug van haar hand veegt ze de kruimels uit haar mondhoeken. ‘Het is dat ik zoveel beweeg, want anders groei ik dicht met jou.’

Anne staat op en neemt de vaat mee. ‘Doe normaal. Jij eet nooit wat. Half vier hebben we een afspraak met die nieuwe huurder hè.’

Lieke zucht. ‘Moet dat echt?’

Anne blaast haar een handkusje toe voor ze de deur sluit. ‘Dat moet echt.’

Lieke haalt een paar keer diep adem. Wie zit er in de wachtkamer? Ze werpt een blik op haar agenda. Ook dat nog. Een stel dat mijlenver van elkaar verwijdert staat en de vrouw het diep van binnen allang opgegeven heeft. ‘Doorbijten Lieke. Het wordt vanzelf weer avond.’ Spreekt ze zichzelf toe.

Het is tien over half vier als ze in alle haast uit haar spreekkamer rent. Vanuit het kantoor aan de andere kant van de gang klinkt de schaterende lach van Anne. ‘Sorry dat ik zo laat …’ Midden in haar zin stopt ze. Haar adem stokt. Voor het grote raam staat meneer met krullen en stralende ogen nonchalant tegen de vensterbank aangeleund. Uitnodigend steekt hij zijn hand uit. ‘Ik ben niet Shawn, maar dat wist je al. Tjeerd de Jong, aangenaam.’

‘Lieke Draaisma.’ Klinkt het nauwelijks hoorbaar.

Verbaasd kijkt Anne hun aan. ‘Wacht, hè? Jullie kennen elkaar?’

Lieke probeert haar ademhaling onder controle te krijgen, maar ze slaagt er niet heel erg in. ‘We liepen elkaar vrijdagavond tegen het lijf, maar voordat ik daadwerkelijk kennis kon maken was de vogel gevlogen.’

Anne slaat haar hand voor haar mond. Het laatste wat ze wil is haar collega en vriendin uitlachen. Dit is dus de man die ze beschrijft als het ideaalbeeld. Net als je denkt dat het niet erger kan bewijst het lot het tegendeel. Vermoeid wrijft Lieke over haar slapen. Het bonkt in haar hoofd en ze zou een moord doen om nu te ontwaken zodat blijkt dat dit alles een verschrikkelijke droom is. ‘Ik moet even naar de wc.’

Nog voordat Lieke Anne kan tegenhouden is Anne al weg. Ongemakkelijk staart Lieke langs Tjeerd heen. ‘Ik heb vaak aan je gedacht van het weekend.’

De kleur op haar wangen wordt steeds roder. ‘Oh?’ Haar hersens draaien overuren. Klonk dat gretig? Waarom heeft hij aan haar gedacht?

‘Ik kan er een mooi verhaal van maken, maar ik was behoorlijk onder de indruk van je. Ik vond het jammer dat ik je niet even heb kunnen spreken.’

Er valt een stilte. Koortsachtig denkt ze na. Wat moet ze hier op terug zeggen? ‘Was het leuk met Shawn?’

Hij probeert op alle mogelijke manieren haar blik te vangen. Er verschijnt toch een voorzichtig lachje op haar gezicht. ‘Nee ik heb Shawn laten zitten geloof ik.’

Er loopt een rilling over haar rug als ze denkt aan de zestien berichtjes die hij haar heeft gestuurd. Ze is zo in gedachten verzonken dat ze niet in de gaten heeft dat hij dichter bij haar is komen staan. Voor haar neus houdt hij zijn kaartje tussen twee vingers geklemd. ‘Mocht je vrijdagavond wel een gezellige avond willen hebben, bel me.’

Anne komt het kantoor weer binnenlopen. In haar handen heeft ze glazen en een kan water. ‘Zeg Tjeerd, wanneer ga je over? Dan weet ik vanaf wanneer ik een extra stuk taart mee moet nemen.’

Ondertussen knipoogt ze overdreven naar Lieke. Ze kan Anne wel aanvliegen.

Geamuseerd kijkt Tjeerd toe. ‘Volgende week trek ik in. Ik kijk uit naar een gezellige tijd in dit pand.’

Lieke neemt een slok van haar water. ‘Prettig kennis gemaakt te hebben Tjeerd. Ik moet weer verder. Tot morgen Anne.’

Vlug draait ze zich om. ‘Mijn aanbod staat.’ Hoort ze nog net. Zijn kaartje brandt in haar zak. Het valt niet te negeren. Met snelle tred loopt ze naar haar fiets. De frisse wind door haar haren geeft haar precies de afleiding die ze nodig heeft. Hoe bestaat het? Is dit dan wat ze noemen het lot? Dat het voorbestemd is om deze man in haar leven te hebben? Nu kan ze niet om hem heen. Vanaf volgende week delen ze een keuken, een wachtkamer, een ingang en nota bene een toilet. Achteloos zet ze haar fiets in de schuur. De lange, brede man met flinke haardos wil niet uit haar gedachten verdwijnen. Hoe zou het zijn om over die gespierde bovenbenen te liggen, met haar billen de lucht in in afwachting van … Ze begint hard lalala te zingen. Niet aan denken. Gewoon geen mannen meer.

Lieke zet thee. Ondertussen speelt ze met zijn visitekaartje. Voor de zekerheid slaat ze zijn nummer op in haar telefoon. Zijn whatsapp foto duikt meteen op. Haar hart slaat over. Misschien moet ze zich er niet zo tegen verzetten. Wat nou als dit de man is waar ze al zolang naar op zoek is?

Ze ijsbeert heen en weer. Wat als het helemaal niks blijkt te zijn? Dan zien ze elkaar nog elke dag. De thee is koud geworden. Met enige agressie giet ze het weg in de gootsteen. Even blijft ze staan. Een drankje kan geen kwaad toch? Ze klikt nogmaals op zijn whatsappfoto. Een drankje. Ze begint te typen, maar haalt meteen de tekst weer weg. Niet meteen. Dat komt te gretig over. Een echte date met een echte man. Haar moeder zal blij zijn als ze eindelijk een keer een geslaagde date heeft. De gedachte aan haar familie zorgt meteen voor een knoop in haar maag. Nog een keer wil ze zijn foto zien en daarna gaat ze koken. Nog een keer even die foto. ‘Shit! Nee nee nee nee nee. Oh hallo Tjeerd.’

Ze heeft per ongeluk op het telefoontje gedrukt. ‘Begroet je altijd mensen met shit?’ Klinkt het plagend. Het is maar goed dat hij haar nu niet kan zien. Het schaamrood staat haar op de kaken. ‘Wat deed jij eigenlijk voor de Walrus?’

‘Een maat van mij was in de buurt en wilde bijkletsen. We zijn in de Kleine Waarheid beland.’

Lieke haalt opgelucht adem. ‘Vrijdagavond dus. Zelfde plek. Negen uur.’ Meteen drukt ze op het rode telefoontje. Haar hart houdt een marathon. Is dit echt gebeurd? In gedachte hoort ze het nieuwsgierige vragenvuur van Anne op haar af komen. Misschien vertelt ze haar deze keer gewoon helemaal niks.

De week lijkt wel een jaar te duren. Lieke is van de wereld. Elke vrije minuut denkt ze aan Tjeerd. Dit is gedoemd te mislukken. Iets dat zo je dagelijks leven beïnvloedt kan niet gezond zijn. Met knikkende knieën staat ze vrijdagavond voor de spiegel. Heeft ze wel de juiste outfit uitgekozen? Het is echt over de top. Snel kleedt ze zich weer uit. Haar lievelings broek pakt ze uit haar kast. Samen met een eenvoudige blouse en blazer is dat een veel betere keuze. Tevreden bekijkt ze zichzelf. Dit voelt veel zelfverzekerder.

Het regent buiten. Even overweegt ze met de auto te gaan. Onzin. Ze zet haar capuchon op en loopt richting het centrum. Het is een korte wandeling en zo kan ze toch wat drinken. Als ze de straat uit is hoort ze het tikken op doek. Als ze opkijkt ziet ze de paraplu boven haar. Naast haar loopt een breedlachende Tjeerd. ‘We zijn ook buiten het werk om bijna buren.’ Constateert hij tevreden.

Hoe kan het dat ze elkaar nog nooit zijn tegengekomen? Lieke lacht geforceerd.

Tjeerd kletst vrolijk over de buurt, de supermarkt, het kantoor. Af en toe knikt ze, maar echt antwoord geeft ze niet. Voor de Walrus blijven ze staan. ‘Na jou mooie dame.’

Verlegen buigt ze haar hoofd. Snel loopt ze naar binnen. De warmte en herrie omarmt haar. Gezellig zo. Er is nog een tafeltje vrij in de hoek. Lieke probeert zo onopvallend mogelijk te kijken wat hij aanheeft, maar als hun ogen elkaar ontmoeten blijkt dat hij niet doet aan onopvallendheid. ‘Die kleur staat je goed.’

Nerveus draait ze het bierviltje om en om. ‘Woon je hier al lang?’ Probeert ze haar eigen spanning te boven te komen.

‘Ik heb altijd boven de Bruna gewoond, maar sinds drie maanden woon ik in de Groenestraat. En jij?’

Twee straten verderop, bedenkt ze.

Het lukt haar niet haar gedachten erbij te houden. Als ze zijn handen bekijkt versnelt haar ademhaling. Hoe zouden die handen voelen op haar billen?

‘Lieke?’

Verschrikt kijkt ze op. ‘Gaat het wel?’

De bezorgde blik in zijn ogen is haast sexy te noemen. Sowieso zijn zijn ogen prachtig. In een opwelling drukt ze een zoen op zijn lippen. Geamuseerd lacht hij naar haar. Als ze beseft wat ze heeft gedaan krijgt ze een kleur. ‘Sorry.’ Stamelt ze. ‘Ik weet niet wat me bezielde.’

Tjeerd lacht hard. Een bulderende, ontspannen lach. Nerveus lacht ze met hem mee. ‘Nu weet ik zeker dat ik je beter wil leren kennen Lieke.’

Ga naar alle delen

Hoofdstuk 3

Geef hier je reactie

Een nieuw vervolgverhaal:
Zekerheid bestaat niet

zekerheid bestaat niet-2

Dit vind je misschien ook leuk